Tectura Tuinbouwschool Melle

3de graad Dier- en Landbouwtechnische Wetenschappen – Component Dierenzorg

Raadpleeg hier de lessentabellen voor deze richting in Tectura Tuinbouwschool Melle.

DIER- EN LANDBOUWTECHNISCHE WETENSCHAPPEN
COMPONENT DIERENZORG

De meeste leerlingen uit de studierichting Dier- en landbouwtechnische wetenschappen- component Dierenzorg (DLW) hebben bewust gekozen voor een beroep in de dierenzorgsector. Het is evident dat het lessenpakket aansluit bij hun belangstelling en hen toelaat de eigen interesses verder te ontplooien.

Deze TSO-studierichting vormt jonge mensen die flexibel kunnen omgaan met de ontwikkelingen in de sector. Ze kunnen handelen met praktisch inzicht, hebben zin voor initiatief en werken zelfstandig.

De leerlingen worden voorbereid op een beroep in alle sectoren in de dierenverzorging. Een polyvalente opleiding moet de leerlingen in staat stellen om vlot van de ene deelsector naar een andere over te stappen. Daarom is het belangrijk dat ze de noodzakelijke basiskennis en basishandelingen verwerven in een zo ruim mogelijk perspectief. Vandaar dat de leerlingen in contact worden gebracht met de diversiteit van activiteiten die de sector rijk is. Via de praktijkbeleving wordt de theoretische kennis omgezet in praktische vaardigheden.

De leerlingen bouwen competenties op over o.a. dierenhuisvesting, diervoeding en -verzorging, ziekten, gebreken en gedrag, fokken van dieren (voortplanting en selectie), soorten en rassenleer, anatomie en fysiologie en commercialiseren van dieren en hun producten.

In het vak Seminarie komen uiteenlopende aspecten van de verhouding mens-dier, duurzaamheid en breed gekaderde ethische beschouwingen aan bod. Hier wordt ook ruimte gelaten voor externe sprekers en specialisten uit de sector.

STAGE EN GIP

Uiteraard worden er op school tal van dieren gehouden. Die huisvesting en verzorging vormt de basis van zowel theorie- als praktijklessen. Beduidend meer dan in de 2e graad vormen deze dieren een bron voor actieve betrokkenheid van de leerlingen bij gedragsstudie, het opzetten van kweekprogramma’s, kennisuitbreiding over rasstandaarden, etc. Er wordt gedetailleerd ingegaan op bepaalde typedieren uit de verschillende diergroepen.

Om de leerlingen toe te laten hun kennis van al deze facetten te vergroten, worden ze via de alternerende stage in het 2e leerjaar van de derde graad en talrijke buitenschoolse activiteiten en werkbezoeken vertrouwd gemaakt met de realiteit van de werkvloer. In het 2e leerjaar van de 3e graad DLW wordt in gezamenlijk overleg een onderwerp gekozen voor de geïntegreerde proef (GIP). Dit is een werkstuk waaraan gedurende het hele schooljaar gewerkt wordt. Het gaat om persoonlijk werk dat is opgevat als een sprekend voorbeeld van vakoverschrijdend leren en zelfstandig begeleid werken. Behalve beroepsvaardigheden worden ook manuele vaardigheden, algemene kennis en communicatievaardigheid geëvalueerd.

De leerlingen die met succes (A-attest) de 2e graad Plant-, dier- en milieutechnieken of Biotechnische wetenschappen afgerond hebben. Zij beschikken over de nodige basiscompetenties om een 3e graad TSO in de gespecialiseerde component Dierenzorg aan te vatten. Ook instromers uit een ander studiegebied of voor leerlingen uit het ASO-KSO met bv. een B-attest en clausulering ASO-KSO, kunnen perfect aansluiten in de 3e graad. Het is uiteraard zo dat wie pas in de 3e graad instapt, voldoende gemotiveerd en bereid moet zijn om een extra inspanning te leveren om een achterstand in te halen. Deze leerlingen worden hierbij ondersteund met het nodige cursusmateriaal en individuele studiebegeleiding.

Algemeen

DIER- EN LANDBOUWTECHNISCHE WETENSCHAPPEN
COMPONENT DIERENZORG

De meeste leerlingen uit de studierichting Dier- en landbouwtechnische wetenschappen- component Dierenzorg (DLW) hebben bewust gekozen voor een beroep in de dierenzorgsector. Het is evident dat het lessenpakket aansluit bij hun belangstelling en hen toelaat de eigen interesses verder te ontplooien.

Deze TSO-studierichting vormt jonge mensen die flexibel kunnen omgaan met de ontwikkelingen in de sector. Ze kunnen handelen met praktisch inzicht, hebben zin voor initiatief en werken zelfstandig.

De leerlingen worden voorbereid op een beroep in alle sectoren in de dierenverzorging. Een polyvalente opleiding moet de leerlingen in staat stellen om vlot van de ene deelsector naar een andere over te stappen. Daarom is het belangrijk dat ze de noodzakelijke basiskennis en basishandelingen verwerven in een zo ruim mogelijk perspectief. Vandaar dat de leerlingen in contact worden gebracht met de diversiteit van activiteiten die de sector rijk is. Via de praktijkbeleving wordt de theoretische kennis omgezet in praktische vaardigheden.

De leerlingen bouwen competenties op over o.a. dierenhuisvesting, diervoeding en -verzorging, ziekten, gebreken en gedrag, fokken van dieren (voortplanting en selectie), soorten en rassenleer, anatomie en fysiologie en commercialiseren van dieren en hun producten.

In het vak Seminarie komen uiteenlopende aspecten van de verhouding mens-dier, duurzaamheid en breed gekaderde ethische beschouwingen aan bod. Hier wordt ook ruimte gelaten voor externe sprekers en specialisten uit de sector.

STAGE EN GIP

Uiteraard worden er op school tal van dieren gehouden. Die huisvesting en verzorging vormt de basis van zowel theorie- als praktijklessen. Beduidend meer dan in de 2e graad vormen deze dieren een bron voor actieve betrokkenheid van de leerlingen bij gedragsstudie, het opzetten van kweekprogramma’s, kennisuitbreiding over rasstandaarden, etc. Er wordt gedetailleerd ingegaan op bepaalde typedieren uit de verschillende diergroepen.

Om de leerlingen toe te laten hun kennis van al deze facetten te vergroten, worden ze via de alternerende stage in het 2e leerjaar van de derde graad en talrijke buitenschoolse activiteiten en werkbezoeken vertrouwd gemaakt met de realiteit van de werkvloer. In het 2e leerjaar van de 3e graad DLW wordt in gezamenlijk overleg een onderwerp gekozen voor de geïntegreerde proef (GIP). Dit is een werkstuk waaraan gedurende het hele schooljaar gewerkt wordt. Het gaat om persoonlijk werk dat is opgevat als een sprekend voorbeeld van vakoverschrijdend leren en zelfstandig begeleid werken. Behalve beroepsvaardigheden worden ook manuele vaardigheden, algemene kennis en communicatievaardigheid geëvalueerd.

Wie kan instappen

De leerlingen die met succes (A-attest) de 2e graad Plant-, dier- en milieutechnieken of Biotechnische wetenschappen afgerond hebben. Zij beschikken over de nodige basiscompetenties om een 3e graad TSO in de gespecialiseerde component Dierenzorg aan te vatten. Ook instromers uit een ander studiegebied of voor leerlingen uit het ASO-KSO met bv. een B-attest en clausulering ASO-KSO, kunnen perfect aansluiten in de 3e graad. Het is uiteraard zo dat wie pas in de 3e graad instapt, voldoende gemotiveerd en bereid moet zijn om een extra inspanning te leveren om een achterstand in te halen. Deze leerlingen worden hierbij ondersteund met het nodige cursusmateriaal en individuele studiebegeleiding.

Studieverloop

De leerlingen die slagen in het 2e leerjaar van de 3e graad TSO Dier- en landbouwtechnische wetenschappen- component Dierenzorg behalen het diploma secundair onderwijs. De opleiding geeft tevens een aanzet tot het behalen van het attest Bedrijfsbeheer. Dit attest kan men behalen in het Se-n-se Agro- en groenbeheer als men slaagt voor het vak Bedrijfsbeheer, dat gegeven wordt in het 2e en 3e leerjaar van de 3e graad.

 

Toekomstperspectieven

  • De opleiding bereidt voor op verschillende professioneel en academisch gerichte opleidingen en is eveneens gericht op tewerkstelling in de landbouwsector, de petcaresector en aanverwante sectoren.
  • Voorbeelden van tewerkstellingsmogelijkheden en jobprofielen in de sector:
    • de fabricage van en de groothandel in dierenbenodigdheden en –voederen en het commercialiseren;
    • vertegenwoordiging van de diergeneeskundige industrie of dierenvoederbranche;
    • de kweek van honden, katten, aquarium- en vijvervissen, vogels, reptielen & andere gezelschapsdieren;
    • groot- & kleinhandel van honden, katten, aquarium- en vijvervissen, vogels, reptielen & andere gezelschapsdieren;
    • de dierenspeciaalzaken;
    • de dierenasielen, opvangcentra en pensions
    • de hengelsportspeciaalzaken;
    • de (ambachtelijke) dierverzorgende bedrijven, zoals dierenpensions en trimsalons
    • de dierenbegraafplaatsen en –crematoria;
    • de ondernemers in tuinartikelen, voor zover hun assortiment zich ook uitstrekt tot de huisdierenbranche;
    • dierenartsenpraktijken;
    • instructeur en beheerder van een manege of centrum voor hippotherapie;
    • dierentuinen;
    • kinderboerderijen
  • het volgen van een 3e leerjaar van de 3e graad Se-n-se Agro- en groenbeheer (dit specialisatiejaar wordt ingericht op onze school);
  • hoger onderwijs (professioneel gerichte bachelor): de opleiding bachelor agro- en biotechnologie (afstudeerrichting dierenzorg) sluit het best aan bij deze opleiding.

Lessentabellen